Ga naar de inhoud

Livin’ on a prayer

Hugh McDonald, bassist van Bon Jovi

Dit nummer is een stoomcursus smaakvol en creatief rockbassen! Als je Livin’ on a prayer van Bon Jovi kan bassen, dan heb je in één nummer kennisgemaakt met:

  • riffs/ostinato’s
  • orgelpunt (pedal point)
  • lopende bas
  • over de maat heen spelen
Voorbeeld 1

Riffs/ostinato’s en orgelpunt

Deze basriff wordt telkens herhaald. Klassieke term: ostinato, in goed rockersnederlands: een riff. Het is geen ondersteunende of begeleidende partij (wat dat ook moge zijn), maar vormt een herkenbaar thema in het muziekstuk. Na vier maten E-mineur gaat de baslijn ongewijzigd door, terwijl de akkoorden eroverheen veranderen: C met E in de bas, D met E in de bas en weer naar E-mineur. Dat effect noem je orgelpunt (Engels: pedal point), omdat je op een orgel een basnoot kan aanhouden met een voetpedaal terwijl je er van alles overheen speelt. Om het effect van een orgelpunt op waarde te schatten: probeer eens om de hele riff te transponeren naar C en naar D in maten 17 en 18 en kijk eens hoe dat klinkt.

Voorbeeld 2

Lopende bas

Lopende bas = jazz, en als een woord eindigt op zzz dan val je ervan in slaap? Niet. Het ‘lopen’ met de bas, van de ene naar de andere toon, brengt beweging in de muziek. Bovendien heeft een lopende baslijn altijd een gidsfunctie: je hoort aan de bas waar de muziek heen gaat. En je denkt bij het woord misschien alleen aan jazz, maar er zit lopende bas in veel meer muziekstijlen en -soorten.

In het refrein van Livin’ on a prayer zie je goed gebruik van de echte standaardgereedschappen voor lopende bas. Zie voorbeeld 2.

  1. Toonladderfiguren. Begin van de eerste maat, tweede helft tweede maat en de allerlaatste twee tellen. Daar volgt de baslijn de toonladder van E-mineur, D-majeur en weer E-mineur (die ladders zijn overigens modi van elkaar, dus er zitten dezelfde tonen in).
  2. Chromatiek. Tweede helft eerste maat: vanaf het C-akkoord speelt de bas C-B-B-C# en maakt de aansluiting naar de volgende grondtoon: het D-akkoord. Vanaf je startnoot met stapjes van een halve toon (chromatisch) eerst de ene kant op en dan de andere kant op, dat noemt de jazzpolitie een double chromatic approach. De tweede helft van maat 3 is precies identiek.
  3. Akkoordbrekingen. Maat 3, G-akkoord: de bas speelt… precies, een G-akkoord. G-D-B, de drieklank G-majeur, dalend. Als jij van een liedje de drieklanken kan uitspelen, dan schud je zulke baslijnen zomaar uit je mouw!

Over de maat heen spelen

Maat 2 begint statisch, onbeweeglijk: twee tellen lang dezelfde noten. Dan komt de baslijn in beweging. En je zou zeggen dat de beweging netjes stopt op de nieuwe maat. Maar hij gaat door! We zijn gewend dat muziek in nette, gelijkmatige blokjes is verdeeld. De beweging zou dus bij de start van de nieuwe maat moeten ophouden. Dan klinkt het ‘normaal’ en rustig. Maar, door over de maat heen te spelen geef je met een baslijn de oren van de luisteraar een extra verrassing.

Bekijken op MuseScore.com