How sweet it is is een liedje van Marvin Gaye. Singer-songwriter James Taylor coverde het in 1975. Bassist Lee Sklar speelde op die versie een baspartij die je gewoon moet leren.
Lee Sklar is wat je noemt een musicians’ musician: zo iemand die door weinig niet-muzikanten op straat herkend zou worden. Al draagt hij zolang iedereen zich kan herinneren een machtige baard. Sklar speelde op duizenden albums en het kan niet anders of je hebt zijn bas vaker gehoord dan je erg in hebt. Op de autoradio, in de supermarkt, uit een bouwput… je weet het alleen waarschijnlijk niet.
Broken swing
De baspartij van How sweet it is is een perfect voorbeeld van wat je noemt broken swing. Dat is dus geen lopende bas in vieren, maar ook geen strikt in tweeën gespeelde bas. Broken swing zit er een beetje tussenin.
Meestal hoor je de bas two-feel spelen. De 1 en de 3 zijn sterk, daartussenin kan wat opvulling zitten. Het couplet is een goed voorbeeld. Ook al speelt de bas de 1, de 3 én de 4, het ontbreken van de 2 zorgt voor het ‘breken’ van de swing. De muziek voelt aan als gespeeld in tweeën.
De two-feel in de baspartij krijgt aanvulling met lijntjes, tegenmelodietjes. In het deel intro/refrein is dat goed te merken. Kijk en luister maar naar de syncope in maat 1 en de triool in maat 2.
Af en toe komt er een klein stukje walking bass als het nummer erom vraagt. Dat zie je bijvoorbeeld in maat 9 en in maten 18 en 19. Beluister dat en je zult merken dat de bas in vieren meteen voor extra drive zorgt.
Vraag en antwoord
Het andere interessante kenmerk van deze partij is het vraag-antwoordspel tussen de leadzang en de bas. Dat speelt zich af in maten 3 en 4. De lijn die de bas speelt, is in deze cover van het liedje een extra hoofdmelodie geworden, die de zangmelodie afwisselt. Op de G in maat 3 sluit James Taylor de zin af met ‘…you’. Lee Sklar speelt motief dat hij herhaalt en daarna doorzet naar de eerste noot van de begeleiding van de volgende tekstzin. Supersubtiel in dezelfde categorie is de manier waarop hij in het tweede couplet met triolen een voorzetje geeft op de tekst: het woord ‘wondering’ hoor je in de baspartij al aankomen! (Dus nee, de bas is niet alleen maar een begeleidingsinstrument. Jammer dat dat misverstand zo hardnekkig blijft leven bij sommige mensen.)
Speeltips
Let bij het spelen op de glissando vanaf de vierde tel in de eerste maat. Ik raad je aan om in maat 3 de A# en de B op de E-snaar te spelen. Dat helpt bij de frasering, en zo speel je die E op de vierde tel op de A-snaar en heb je ruimte om de glissando uit te voeren.
Let op de lengte van de noten! Zoals zo vaak is de timing van het einde van noten even belangrijk als het begin. In deze broken swing-feel geeft het loslaten van de op de eerste tel de tweede tel aan. Extra aandacht verdient maat 5, het tweede hokje van de herhaling. Daar zie je bewust achtsten staan: die twee noten zijn bewust zo afgemeten gespeeld.
Opbouw
Je speelt de hele vorm drie keer. Tijdens die herhalingen speelt Lee Sklar talloze variaties. Het voert nogal ver om die allemaal op te schrijven, maar het is zeker goed om er nauwkeurig naar te gaan luisteren. Doordat het variaties zijn op wat er al staat, zal je zelf makkelijk de krenten uit de pap kunnen pikken.
Pingback: 4 misverstanden over de bas – Marten Schulp
Reacties zijn gesloten.